Categoriearchief: meten is weten

Over hoe het echt zit met dat volle stroomnet

Adriaan, zit het stroomnet echt vol? Die vraag krijg ik vaak, en ik zal hem proberen simpel te beantwoorden. Nee, het stroomnet kan niet vol raken door bijvoorbeeld jouw zonnepanelen of je mini-windmolen.

Er kan tijdelijk een overschot aan stroom zijn, maar dan treedt een vergelijkbaar mechanisme als filelampen op de snelweg in werking. Zodra het probleem is opgelost, gaan deze weer uit. Je levert dus misschien een paar uur per jaar minder stroom omdat je in de “stroomfile” staat.

Maar geldt dat dan ook voor kerncentrales, gascentrales en mega-windmolens? Dat is een complexer verhaal. We hebben geen volledig inzicht in wat er op het hoogspannings- en middenspanningsnet gebeurt; daar moet de toezichthouder op letten, en hij zal dat naar beste vermogen doen.

Idealiter wordt het stroomverkeer snel via de hoogspannings- en middenspanningsnetten geregeld. In de praktijk valt dat tegen, want we hebben één partij voor het hoogspanningsnet, “TenneT”, en vijf grotere partijen voor het midden- en laagspanningsnet die nog niet volledig samenwerken. Het kan dus gebeuren dat Enexis een vraag heeft en Stedin een stroomoverschot, zonder dat ze dit van elkaar weten. Ook kan het hoogspanningsnet niet altijd direct reageren, omdat het in- en uitschakelen van het middenspanningsnet nog niet snel genoeg verloopt.

De wijkcentrales die van het middenspanningsnet laagspanning maken, zijn vaak verouderd en niet geautomatiseerd genoeg om stroomverschillen over de verschillende fases te verdelen. Ze kunnen ook niet snel teruggeleverde stroom terugpompen naar het hoogspanningsnet; daar zitten weer andere partijen en schakelaars tussen.

Waarom kan dat niet even geregeld worden? Het korte antwoord is ICT: de benodigde experts om zulke systemen te bouwen, zijn schaars. Het iets langere antwoord is dat de checks op het stroomnet erg belangrijk zijn. Als je te snel schakelt, kunnen er onbedoeld grote stromen gaan lopen. De 50 Hz frequentie kan gaan schommelen omdat windmolens en zonnepanelen geen stabiele “metronoom” hebben. Gas- en kerncentrales moeten dus de standaard zetten voor de rest van het netwerk. Een kleine faseverschuiving kan tot grote verliezen leiden in de vorm van warmte; zie “Spannende momenten op het stroomnet“.

Kortom, nee, het stroomnet is nog lang niet vol, maar een snelle oplossing is er niet. Je eigen omvormer zal dit nog jaren zelf moeten regelen. En eerlijk gezegd, de voordelen voor je portemonnee en je leefmilieu zijn nog steeds aantrekkelijk , leuk en lucratief.

Meer verdieping:

De belangrijkste regionale netbeheerders in Nederland zijn:

  1. Liander: actief in de provincies Gelderland, Noord-Holland, Flevoland, Friesland, Zuid-Holland, en delen van Utrecht.
  2. Enexis Netbeheer: bedient voornamelijk Noord-Brabant, Limburg, en delen van Overijssel, Drenthe, en Groningen.
  3. Stedin: verantwoordelijk voor Zuid-Holland, Utrecht, en delen van Noord-Holland.
  4. Enduris: opereert in Zeeland.
  5. Coteq Netbeheer: actief in de regio’s rondom de gemeenten in Twente.