Meten is weten: afscheid van de T5, welkom elektrische bus

Na ruim achttien jaar nemen we afscheid van onze trouwe Volkswagen T5. Wat een held. Hij heeft ons overal gebracht: door heel Scandinavië als minicampertje, bepakt en bezakt met fietsen, truien, eten en alles wat een mens nodig heeft om zich ergens anders weer thuis te voelen.

Elke maand maakte hij de migratie Baarn–Herfte–Baarn mee. Een rit die inmiddels vaste prik was geworden: bus vol, kat erin, spullen mee, en gáán. En weer terug, natuurlijk. De T5 was meer dan een vervoermiddel – hij was een huis op wielen, een pakpaard, en soms zelfs een marktkraam. Want vroeger reden we ermee naar beurzen voor noordsetrui.nl, toen mensen onze warme truien nog met eigen handen wilden voelen. Tegenwoordig bestellen ze ze gewoon online. En als ze vragen hebben, dan bellen ze Tienke.

Maar goed, tijden veranderen.

De T5 had zijn tijd gehad. Geen achteruitrijcamera, geen piepje bij het parkeren, geen elektrische ramen. En veel lawaai. Zó veel lawaai. Starten betekende: radio uit of gehoorbescherming op.

Dus werd het tijd voor iets nieuws.
En dat werd – na veel wikken, wegen en watt rekenen – een Toyota Proace City Electric Long 50 kWh Comfort.

Een maatje kleiner, een stuk slimmer

De Proace klinkt groot, maar de City is eigenlijk meer een opgeblazen Berlingo. Toch past alles erin: fiets, kat, kistjes, kleding en het halve huis voor de maandelijkse trek naar Herfte.

Want waar we met de oude bus één keer per drie maanden honderd liter diesel in goten (en dan een week moesten bijkomen van de rekening), laden we nu gewoon op straat. Binnen 200 meter van huis staan vijf laadpalen, elk met plek voor twee auto’s. En met een beetje planning is dat verrassend makkelijk.

Laden duurt een uurtje of twee, afhankelijk van hoe vol hij al is. En het mooiste: je kunt in de app zien waar nog plek is, wat het kost (tussen de 34 en 54 cent per kWh), en soms zelfs of het laadpaaltje een beetje sneller is dan de rest.

En dan te bedenken dat tanken vroeger betekende: vijf-tien kilometer heen en terug rijden voor een pompstation. Nu loop ik honderd meter met de laadkabel en klaar.

Stilte is het nieuwe comfort

Wat een verschil. De eerste rit in stilte voelde bijna onwerkelijk. Geen gezoem, geen gebrom – alleen een zacht gezoef en jazzmuziek op een normaal volume. We kunnen elkaar gewoon verstaan, zonder te schreeuwen over het motorgeluid heen.

De ramen gaan vanzelf open (nou ja, elektrisch dan), de verlichting denkt zelf na, en de ruitenwissers doen wat ze moeten doen zonder gemopper. Zelfs de airco is stil. Het voelt alsof de auto voor het eerst met je meewerkt in plaats van tegen je.

En hoe zit het met de actieradius?

Op papier 350 kilometer, in de praktijk 250 tot 300. En dat is prima.
We rijden zelden meer dan twee uur aan één stuk, en laden tot 80% gaat vlot. De laatste 20% mag de auto overslaan – dat duurt te lang en is niet goed voor de accu.

Dus: laden tot 80%, rijden tot 25%, en dan weer even prikken. Simpel.

De toekomst is elektrisch – en stil

We hebben de overstap met een beetje huiver gemaakt, maar inmiddels is de conclusie helder: elektrisch rijden is niet alleen schoner, het is ook gewoon prettiger.

De Toyota rijdt heerlijk, is stil, slim en betrouwbaar. En bij Toyota krijg je, als je trouw blijft aan hun onderhoud, tot tien jaar garantie op alle technische delen. Tegen die tijd zijn we zelf waarschijnlijk ook toe aan onderhoud, en wie weet… wordt de volgende overstap inderdaad een elektrische scootmobiel.

Tot die tijd rijden we met een glimlach – stil, schoon en vol vertrouwen – onze maandelijkse migratie tegemoet.