Meten aan het oppervlaktewater van Baarn deel 2


Ook dit jaar helpen we de universiteit van Wageningen weer met haar onderzoek naar de kleine watertjes van Nederland. Dit jaar is de focus op het effect van overstort op het leven in het water.


Wat is overstort? Overstort treedt op tijdens een hevige regenbui wanneer het riool het overtollige water niet meer kan verwerken. Het overtollige water stroomt dan via de overstort naar vaarten, rivieren en ander stromend water, waarbij het meegevoerde rioolafval wordt afgevoerd.

De metingen:

  1. Teabag Index:
    We meten drie maanden lang het verteringsproces van twee verschillende theesoorten. Dit doen we door 2 x 3 theezakjes in het water te hangen en na verloop van tijd te meten hoeveel gewicht ze hebben verloren. Deze meting geeft aan hoe snel organisch materiaal, zoals bladeren, vergaat in ons klimaat.
  2. Poriemeting:
    We zuigen water op uit de sliblaag en sturen dit naar een laboratorium voor verder onderzoek.
  3. Slibbezinking:
    Met een trechter vangen we slib op dat langzaam uit het water neerdwarrelt. Dit slib sturen we naar het laboratorium voor onderzoek.
  4. Slib filtreren met een koffiefilter:
    We filteren 1,5 liter water, dat we op een specifieke diepte hebben verzameld, door een koffiefilter. Dit filter wordt vervolgens naar het laboratorium gestuurd voor analyse.
  5. Waterdiertjes onderzoek:
    Over een afstand van 2 meter scheppen we kleine waterdieren uit de meetlocatie. Het aantal en de soorten van deze diertjes geven op termijn een indicatie van de waterkwaliteit, zonder dat hiervoor een laboratorium nodig is.

Locaties van de metingen:
We voeren deze metingen uit bij de overstortlocatie en stroomopwaarts, waar we een schone referentielocatie hebben.

Overstort metingen:
Bij de overstortbuis hangen we een thermometer en een schoepenrad, dat meet of de overstort heeft plaatsgevonden en hoeveel water daarbij is afgevoerd.



Meer verdieping:
10 acties die overstort van het riool tegen gaan