Hier is een scherpe, toekomstbestendige en uitvoerbare PVA (Plan van Aanpak) voor het planten van een lage haag rondom de Eemerwaard, passend bij ons doel: een streekeigen, duurzame, levende haag van ca. 1 meter hoog, met om de 2 meter een doorgegroeide boom die later wordt gelegd.


PVA – Aanplant en ontwikkeling streekeigen haag Eemerwaard
Doelstelling
- Haaghoogte: blijvend rond 1,0 m, jaarlijks gesnoeid:
zodat volwassen, even jaren de boven kant , on even jaren de zijkanten zodat het natuurlijk oogt maar niet verwilderd. - Samenstelling: streek- en gebiedseigen houtige soorten (gele kornoeie, meidoorn, sleedoorn, hazelaar, veldesdoorn, Gelderse roos, hondsroos, gagel, e.d.).
- Structuur: elke 2 meter blijft één geselecteerde boom doorgroeien.
- Toekomstfunctie: doorgegroeide bomen worden, zodra de stam voldoende lengte/soepelheid heeft, gelegd (hagenleggen) voor extra dichtheid, biodiversiteit en landschapskwaliteit.
Voorbereiding – Jaar 1
1. Grondvoorbewerking
- Strookbreedte: 4 meter binnen de bestaande afrastering.
- Bewerking: strook frezen om dominante graszode te breken en concurrentiekracht te verlagen.
- Direct daarna: in zaaien met een gebieds-eigen kruidenmengsel.
Redenen: - Verhoogt bodembiologie.
- Drukt ruigte en ongewenste opslag.
- Voorziet insecten en bodemfauna van nectar en structuur.
- Creëert microklimaat voor jonge aanplant.
2. Aanplant (najaar/winter)
- Plantenmateriaal: bosplantsoen, gemengd, divers, 60–120 cm.
- Plantpatroon:
- Twee rijen, in verspringend verband.
- Afstand tussen planten: 30 cm in de rij.
- Rijafstand: 50 cm.
- Totaal: ca. 6–7 planten per strekkende meter → sterke dichtheid en snelle bodemsluiting.
3. Selectie toekomstbomen
- Bij aanplant of eerste groeiseizoen worden kandidaat bomen op ca. 2 meter afstand gemarkeerd.
- Alleen locaties waar toekomstige “leg-bomen” geen conflicten veroorzaken met zichtlijnen, onderhoud of ecologie.
Jaar 2 – Herstel & Verdichting
- Aanvullen van kale plekken met nieuw bosplantsoen.
- Beperkte begeleiding: ongewenste uitlopers (braam, wilg, vlier) verwijderen.
- Kruidenlaag maaien 1–2× per jaar, gefaseerd.
Jaar 3 – Lage takvorming stimuleren
Om een blijvend dichte haagwand te krijgen:
- De haag snoeien op 20–40 cm hoogte, niet alles tegelijk maar gefaseerd.
- Doel:
- Bevorderen van lage vertakking.
- Zorgen dat de haag “van onder tot boven” dichtgroeit.
- De geselecteerde toekomstbomen niet snoeien behalve concurrerende zijtakken.
Jaar 4–6 – Vorming leefhaag & eerste leggen
- De kandidaat bomen zijn inmiddels hoog genoeg ( 3-4 m) om veilig te leggen:
- De stam wordt schuin ingezet, ingesneden, en als horizontale structuur in de haag gevlochten.
- Dit verhoogt dichtheid, windstabiliteit en ecologische waarde.
- Jaarlijkse topsnoei van de haag op ca. 1 meter behouden.
- Begin van een stabiele, doorlevende haagstructuur.
Resultaat op termijn
- Een dichte, lage, controleerbare haag passend bij het open Eemerwaard-landschap.
- Duurzame omheining die vee kan sturen en tegelijk vrij zicht behoudt.
- Hoog biodiversiteitsrendement: insecten, vogels, kleine zoogdieren, bodemleven.
- Een robuuste landschappelijke structuur met gelegde bomen die karakter en herkenbaarheid geven.

