Nederland is zooo ontzettend mooi! Fantastische wolkenluchten, meesterlijk goed gerestaureerde molens (spinnekop en kruier), waanzinnige watertjes, unieke biotopen. Drie dagen GAAN door de kop van Overijssel en Friesland; experimentje: rennend, op de MTB, raftend en wandelend, eentje meer dan een triatlon dus. Extra eten en water mee, meer dan voor 24 uur mini-avontuur en gewoon maar eens proberen.
Dag 1: Aarde en Wind. We wisselden elkaar af: fietste de een, dan rende de ander en visa versa. Op deze wijze konden we toch een serieuze afstand afleggen zonder te forceren en daarnaast gold deze dag als experimentje om een groot deel van een ‘mooi lange afstandwandelpad’ te volgen in Nederland. Met Ossenzijl als vertrekpunt, legden we in totaal 30 km rennend en op de MTB af. We ’deinden’ op veengebied, bewonderden paarse orchideeën, wateraardbeien, de kleine en grote ratelaar, zwanenbloemen, waterlelies, paarse akeleien, de echte koekoeksbloemen, de gele lissen, lathyrussen…supermooi al die waterminnende flora!
Ons bleef de eerste twee dagen water van boven bespaard, gelukkig. Over houten bruggetjes, schelpenpaadjes en langs rietgedekte veenarbeidershuisjes ging het door de Weerribben naar Kalenberg, Nederland, over de dijk met wind tegen, zittend voortschuivend over een kleine waterkering en tot slot naar Kuinre waar we de tarp spanden op een weide langs de aanlegsteiger waar boten 3×24 uur mogen afmeren. En waar botenbezitters mogen overnachten, mogen hardlopers/fietsers ook slapen dachten wij. En zo was het. Ideaal om neer te strijken: geen kosten, toch legaal…
Jongetje te water
Die avond goot het behoorlijk en schrokken we van een jongetje dat zo op z’n fietsje de plomp inreed. Gelukkig was het ondiep langs de kant, kroop hij via het riet weer op de kant, viste zijn ook geschrokken moeder het fietsje uit het water en ging het op een drafje richting huis -vermoedden we-. Zo warm was het nu ook weer niet, niet in en ook niet buiten het water.[metaslider id=1206]
Dik oog
Dag 2 Water en Vuur. Deze dag renden we terug naar de het startpunt om de naar koeienstront ruikende MTB om te wisselen voor de 2-persoons packraft. Na een korte wandeling (de 2,5 kilo wegende raft paste niet meer in de rugzak, volgende keer dus een grotere meenemen),het opblazen van de raft in tien minuten, bonden we de rugzakken erop en verkenden de oude turfgaten en vaarten van de Rottige Meente al peddelend. Dit gebied ten noorden van de bekendere Weerribben wordt bijna niet bevaren; je kunt er zelfs otters spotten, zij het dat deze waterdieren ‘errug’ schuw zijn. Het werd de dag van de ooievaars -er staan daar wel twintig nesten, bewoond door trotse ouders met jongeren die klepperend communiceerden, fantastisch! en de dag van de knoeten, minder fantastisch…
We vonden een supermooie plek om te overnachten dicht bij het water, riet, een oude molen en een mooie wandelroute. Voordat we onze matjes op het schelpentapijt in het hutje legden, gingen we nog even water halen in de theetuin bij de molen “De Rietvink”aan de rand van de Linde. We raakten al snel aan de praat met de molenaar. Zij en haar echtgenoot hebben met enige hulp de molen helemaal gerestaureerd, bedienen de kruier elke zondag (dit keer ook op zaterdag) en runnen een theetuin. Vol trots liet ze een nestje zien van een huis- en boerenzwaluw met jongen boven in de kap van de molen en vertelde honderduit over haar vak als molenaar … we waren verrast door haar prachtige manier van leven en beleven … met een theetuin. Na een mooie wandeling aanvaarde we de nachtrust en betrokken we onze houten overkapping …. We waren echter niet alleen … duizenden knoetjes en een enkele mug waren blij met hun nieuwe maaltijd en voor ons de VUUR-doop betekende als het gaat om afzien in een veenmoerasgebied. Brrr, kleine mugjes die je helemaal opeten, leegzuigen, prikken… Tja…het bleek dus een minder goed idee om te overnachten in de open info-hut midden in dit veengebied. Geen oog dichtgedaan en lek geprikt dus letterlijk de kortste nacht. Pas tegen de ochtend stak er een windje op en werden we met rust gelaten.
Dag 3 Aarde en Hemelwater
Om half negen hezen we de raft op onze rugzak, verlieten we lopend de Rottige Meente, terug naar Ossenzijl, ‘uitgezwaaid’ door de uitbundig bloeiende krabbescheer, heerlijk ruikende watermunt, wapperende veenpluis en ‘nagekeken’ door de paars/gele moerasvergeet-me-niet. Klopt, we vergeten het niet…
We prezen het weer, de woorden ’we houden het aardig droog’ waren nog niet uitgesproken of de regenjassen konden aan… …met bakken kwam het van boven…
Het was een mooie driedaagse waarin we veel geleerd hebben en die we zeker verder gaan uitwerken: de Nederlandse natuurgebieden lenen zich super voor een mix aan sporten.