Als je op de bomenkaart van Zwolle inzoomt op Herfte, zie je een stille getuigenis van geschiedenis en karakter. Geen rechte rijen of uniforme beplanting, maar een bonte stoet van monumentale bomen, elk met hun eigen verhaal, hun eigen worteling in de tijd. Neem nu de Herftelaan. Die is niet alleen maar een weg tussen stad en platteland, maar een levend arboretum.






Recht tegenover de kerk, in het weiland bij boerderij Anderloo, staat een Noorse esdoorn – (Acer platanoides), zoals hij ook wel heet. Een boom die met zijn puntiger blad net wat verfijnder oogt dan onze gewone esdoorn. Die laatste zie je tegenwoordig trouwens overal opkomen, vermoedelijk omdat hij zich prima thuis voelt in het warmere, drogere klimaat van nu.
Loop je verder richting Poppen – vroeger Vogelzang – en steek je het bruggetje over de Herfterwetering/ Emmertochtsloot over, dan zie je twee reusachtige zomereiken staan. Die bomen zijn er al minstens sinds 1920, misschien zelfs langer. Net als de beuken aan de Eijerweg, vooral in de vorm van hakhout. Kijk maar eens goed bij de persbult van de familie Meiberg – de stammen verraden het oude gebruik: afzetten en weer laten uitlopen.
En dan die Amerikaanse eik, tegenover waar vroeger Rankenberg woonde. Zo’n boom roept altijd discussie op. Snelgroeiend, prachtig van formaat – maar ecologisch nog een buitenstaander. Slechts een paar honderd insectensoorten kunnen wat met zijn blad en schors, tegenover de vijfhonderd soorten die de inheemse zomereik bedienen. Toch: de tijd werkt in zijn voordeel. De natuur vindt zijn weg wel. Geef het vijftig jaar, en de balans verschuift.
Maar het is pas aan het eind van dat pad, daar bij de oude buitenplaats Selhorst, dat het echt gaat kriebelen.
De naam zie je nog op twee verweerde witte stenen, die de toegang markeren tot een vergeten stukje Herfte. Veel is er niet over opgeschreven. We weten van de spieker – de oude graanopslag die nog steeds te herkennen is, droog en degelijk gebouwd voor de opslag van koren en haver. Tegenwoordig heeft het gebouw een nieuwe functie gekregen als woonplek, maar de naam en het karakter herinneren nog aan die agrarische oorsprong.
De boerderij van Anton Hutten – inmiddels overgegaan naar Peter en zijn vrouw – markeert de overgang naar het bos. Hier verbleven jarenlang padvinders, in een huisje dat nog steeds verscholen ligt tussen de bomen. En helemaal aan het eind van het pad staat dat mysterieuze zomerhuisje, gebouwd rond 1940 met toestemming van de familie Hutten. “De Rimboe”, stond er op de gevel.
En wie daar heeft gestaan, weet: de naam klopt. Je bent in de rimboe. Alles ruist en leeft. De Zalnese beek glinstert nog, al is hij rechtgetrokken en zijn de bochten verdwenen. Maar rondom het huisje staan ze nog: de oude eiken.

Het zijn geen statige bomen, geen rechte jongens. Nee, dit zijn eiken die geleefd hebben. Die stormen hebben doorstaan, droge zomers en natte winters. Je ziet het in hun takken: grillig, gebogen, rafelig. Hun bast is verweerd, hun toppen soms dood. Maar ze staan er.
En toen Peter en ik daar stonden, aan het eind van dat pad, viel het woord zomaar: Wodans eiken.
Die naam is niet botanisch. Er is geen soort “Wodanseik”. Het is een beeld, een gevoel – ontstaan in de romantiek van de 19e eeuw, toen schilders op zoek gingen naar mystiek in de natuur. Bomen die verhalen droegen. Over strijd, verlies, standvastigheid. Je schildert ze niet in volle zon, maar in ochtendmist of avondrood. Dan komt hun karakter naar boven.
De Wodanseiken van Selhorst hebben iets van dat alles. Ze zijn geen museumstukken, geen keurig onderhouden parkbomen. Ze zijn overlevers. Getekend door de tijd. Maar wie goed kijkt, ziet hun schoonheid.
Misschien zijn ze wel geplant bij de aanleg van de buitenplaats, 150 jaar geleden. Misschien zijn ze ouder. Eiken op een goede plek – met rust, ruimte, en een beetje geluk – kunnen makkelijk 500 jaar oud worden.
We hebben het laatste van deze bomen nog niet gezien. Maar nu we ze herkennen als Wodanseiken, als dragers van het verhaal van Herfte, kunnen we ze eindelijk weer zien voor wat ze zijn.
En wie weet – misschien schildert iemand ze ooit nog eens. In ochtendrood. Of avondmist. Zoals het hoort.
HerfteNatuurlijk – met wortels in het verleden, en blik op de toekomst.
Bronnen:
https://www.zwolle.nl/groene-kaart
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wodanseiken