Aan tafel zaten de dochters van Jaaps zus Jettha, Ineke en Gerry, en zijn eigen dochter Caroline , buurman Anton en Riet Meijer, een jaargenoot van Jaap, en de buurmeisjes van de vroegere oude Eierweg : Hermie Aalbers en Geke Goldsteen. Iedereen had iets bij zich: een verhaal, een oude foto, een flard van vroeger. En zo ontvouwde zich stukje bij beetje het beeld van Anderlo, zoals het ooit was — door de ogen van Jaap Warnar, geboren op die boerderij (Herfterlaan 60)

“Ik keek uit op de kippetjes”
Jaap werd geboren op Anderlo, samen met zijn zus Jettha en twee broers Frederik Willem (Wim) en Dirk. Zijn slaapkamertje lag aan de noordoosthoek van het huis, direct naast de pronkkamer. Het was een bedstee, klein en knus, met een raam waardoor hij uitkeek op de kippetjes die daar rondscharrelden. Daarachter lag de groentetuin: ruim, geordend, en volgens Jaap groot genoeg om “het hele jaar rond van te eten.”
Als hij zijn hoofd een beetje draaide, kon hij ook de boerderij van buurman Hein Logtenberg zien. “Die had een enorme kersenboom,” vertelde Jaap. “En als het oogsttijd was, zat Hein onder de boom met zijn windbuks, om de spreeuwen weg te jagen.
De pronkkamer naast zijn bedstee werd nauwelijks gebruikt. “Dat was een kamer van 4 bij 4 meter,” zei Jaap, “maar die was eigenlijk alleen voor bijzondere gelegenheden.” Hij herinnerde zich vooral de tegeltjes in de vloer, die los in het leem lagen. “Je kon ze met je voet een beetje laten wiebelen.”
Het erf van Anderlo
Aan de andere kant van het huis, bij de leefkeuken, was het varkenslandje. “Daar kwamen alle groenteresten terecht,” zei Jaap. “De varkentjes hadden het daar goed.” Vanuit de keuken keek je uit over dat stuk grond — de plek waar iedereen samenkwam als het koud was. “De keuken was het kloppend hart van het huis. Daar werd gegeten, gebeden, geroddeld en gezwegen.”
Verder naar achteren, op het hoge land, verbouwden ze rogge. Daar werd alle mest uitgereden — verzameld van het erf en de stallen, en met de hand of paard en wagen verspreid over de akkers. In het lagere land, het drassige stuk waar nu landgoed Voeten ligt, lag de zomerweide. Daar werd het hooi gewonnen.
Aan de overkant van de straat, waar later de familie Fijn een huis bouwde, liepen de koeien. Daar speelde zich ook een bijzonder voorval af: de geboorte van een drieling kalfjes. “Ze waren alle drie gezond en stonden stevig op de poten,” zei Jaap. Dat was zo zeldzaam dat de stadsfotograaf langs kwam om de kalfjes én de familie op de foto te zetten. Die foto’s gingen tijdens het gesprek van hand tot hand.

Het kerkenpad en de plank over de Eemertochtsloot
Een van de dierbaarste herinneringen van Jaap ging over het kerkenpad. Toen de Rooms-Katholieke Kerk werd gebouwd, net aan de andere kant van hun land, moesten de katholieke inwoners van Herfte een flink eind omlopen via de Eierweg — zeker twee kilometer extra.
“Dat was nergens voor nodig,” vond Jaaps vader, Jacob Warnar. Dus gaf hij toestemming om een plank over de Eemertochtsloot te leggen, zodat er een kerke pad over het erf van de protestantse familie naar de katholieke kerk liep. “Mijn zus Jettha speelde vaak op die plank,” vertelde Jaap. “En later werden de paarden en koetsen van de kerkbezoekers zelfs bij ons op het erf gestald.”

Er was in Herfte weinig gedoe tussen geloven, zo bleek uit de verhalen. “Trouwen tussen een katholiek en een protestant, daar werd soms wel wat van gezegd,” glimlachte Jaap, “maar ik ben zelf gelukkig getrouwd met een katholieke vrouw.”
Een boerderij om van te houden
Het gesprek liep ten einde. Buiten klaarde het op, een warme zon brak door. Jaap keek nog eens naar buiten. Hij was er onlangs weer even doorheen gelopen — met zijn rollator, langzaam maar zeker, kamer voor kamer. “Het is allemaal anders,” zei hij, “maar het blijft thuis. Het was een goede plek.”
En dat vonden wij ook. Terwijl we terug wandelde naar landGOEDvoeten, groeide het besef dat herinneringen het mooist bewaard blijven als je ze deelt.
Meer over Anderlo op de kruising Herfterlaan 60 / Erfgenamenweg:
Het leven rond Anderlo