De oorsprong van de naam Herfte

Als we terug zoeken in de tijd vinden we maar een paar verbasteringen van de naam Herfte: Herften / Herffte op de Hottinger kaart van 1787, en in teksten soms Ärfte, wat waarschijnlijk uit de mond van een Zwollenaar opgetekend is, aangezien die de H inslikken. Eerder, in 1310, werd het gebied genoemd als Heruten in de “Cultuurhistorische Atlas van de Vecht” – de oudst bekende schrijfwijze ( verder onderzoeken) . In 1531 verschijnt Herffte in het Zwolse markeboek, waarin gesproken wordt over “de gemeene erfgenamen van Herffte” – een term die verwees naar de gezamenlijke grondeigenaars van de marke .

Het gebied Herfte is ontstaan door het meanderen van de Vecht en het opstuiven van zand- en leemduinen, die de verschillende zandruggen hebben gevormd. Die zandruggen waren de eilandjes waar de eerste jager verzamelaars (Mesolithicum) (middensteentijd), zo’n 8000 tot 5000 v.Chr hun eerste vuurtjes maakten. . Rondom Herfte zijn talrijke prehistorische vuurkuilen ontdekt tijdens archeologisch onderzoek. Herfte zelf is de dans grotendeels ontsprongen, maar gebieden als Wijthmen en Berkum zijn voor nieuwbouwprojecten grondig onderzocht, wat archeologen een laatste kans gaf om sporen uit het verleden vast te leggen .

Als we naar de vegetatie kijken in het vroegste Herfte, zullen berken, zwarte els en wilgen de dominante waterminnende bomen zijn geweest. Eetbare struiken als sleedoorn, braam en gagel zullen er in overvloed zijn geweest, evenals grassen als vlas, biezen en riet, en een rijkdom aan kruiden.

Een van de meest plausibele oorsprongen van de naam Herfte is een verbastering van het Germaanse woord voor “oogst” of van het Proto-Germaanse woord harwja- (vlas). Het Nederlandse woord herfst komt van het Oudgermaanse harbist, dat oogsttijd betekent . De oorspronkelijke betekenis was dus landbouwkundig: een gebied dat in de herfst geoogst werd – mogelijk met nadruk op vlas, een belangrijk gewas dat we ook nu nog kennen als lijnzaad. Deze uitleg past bij het agrarische karakter van de streek en bij de opbouw van de naam die al in de middeleeuwen verbonden was met landgebruik en marke-indeling.

Tot slot is ook het lokale dialect een aanwijzing: in het Zwols wordt Herfte uitgesproken als Ärfte, terwijl het lokale dialect in Herfte en Wijthmen eerder Sallands is dan Zwolls

Zwols woordenboek.pdf

ärfst, zn., herfst.
ärfsttieloze, zn., herfstnarcis.
ärfte, zn (vkw. ärfien), (dop)erwt. Ook:
döpper, döpärfte, döpärte.
Ärfte, zn., Herfte, buurtschap bij Zwolle

Een wandeling door het Herfte van omstreeks het jaar 1300 zou je voeren door een weids, licht glooiend landschap met een lappendeken van akkers, graslanden, houtwallen en moerassige randen. De geur van mest, vochtige aarde en hooiland zou in de lucht hangen. De mensen leefden dicht bij hun land – letterlijk en figuurlijk – en dat was te zien en te ruiken.

Hieronder een verhalende schets van zo’n wandeling:


Een zomerwandeling door Herfte in 1300

De zon staat nog niet hoog aan de hemel als je langs een smalle karrenspoor wandelt, platgetreden door ossenkarren en boerenklompen. Links van je ligt een strook bouwland met rogge die in aren staat, de stengels zacht wuivend in de ochtendwind. Het gewas is geelgoud en dorstig, klaar voor de oogst die binnen enkele weken zal beginnen. Tussen de rogge groeit hier en daar blauwe korenbloem of rode klaproos, een ongewenste maar gedoogde gast.

Achter een lage, gevlochten heg — gevlochten van sleedoorn en meidoorn — ligt een zomerweide. Koeien en schapen grazen loom onder de zachte zon. De weide is doorsneden met slootjes en poelen, waarin kikkergekwaak en libellen zich mengen tot een zomerse symfonie. Het gras is rijk: een mengsel van smeerwortel, weegbree, zuring en bloemen als margrieten en pinksterbloemen. Dit land is belangrijk: nu, in de zomer, levert het hooi voor de winter.

Langs de randen van het veld staan eiken en elzen, afgewisseld met knotwilgen die in de natte stroken langs de Herfter Wetering of een van haar zijtakken groeien. Hier ligt het veen nog ondiep en kleurt de bodem zwart als je erin stapt. Onder je voeten veert de grond.

Je komt een boerderij tegen — met lemen wanden en een rieten dak. De stal is aan het woonhuis vast, de geur van mens en dier mengt zich. Varkens scharrelen in een modderig weitje, kippen pikken tussen de mest en er hangt vis te drogen aan de zijmuur. Een vrouw in een linnen kap zwaait terwijl ze met een houten spade de groentetuin omspit. Erwten, kolen en prei groeien in keurige rijen, samen met wede en misschien wat hennep voor gebruik of handel.

Even verderop zie je een broekbosje: elzenbroek of essenhakhout. Hier wordt hout gewonnen voor gereedschap, brandstof, palen. Soms loop je een visser tegen het lijf, met een net over de schouder en een mand met rivierkreeft en vis. De beken en poelen voeden niet alleen het vee, maar ook de mensen.

Als je je wandeling beëindigt bij het erf zie je een kleine moestuin, wellicht onderhouden door een pachter. Misschien hoor je klokgelui in de verte: Zwolle ligt maar een paar kilometer verderop, maar in de luwte van Herfte lijkt de tijd te vertragen.


Kortom:
Een wandeling door het Herfte van 1300 was een tocht door een levend landschap — agrarisch, vochtig, ambachtelijk en traag. De gewassen waren eenvoudig: rogge, haver, gerst, erwten, vlas. De zomerweiden waren van levensbelang, zowel voor voedsel als voor hooi. Houtwallen, hagen, natte hooilanden en beken bepaalden het ritme van mens en natuur.

Zou het niet geweldig zijn als zo’n wandeling in 2025 weer mogelijk zou kunnen worden waarbij je even helemaal bij kan tanken uit je drukke bestaan in de rust en stilte van het herfte van toen.

Meer verdieping:
Een Kijkje in het Markerecht van Herfte